✧ 19 juni 2021 ✧ Het Ronald McDonald huis

Alsof we samen met allemaal onbekende gezinnen een kamer hadden gehuurd in een mooi B&B met prachtige tuin met een vijver met gigantische vissen.

Onze oudste zoon Colin (toen 2 jaar) vond het fantastisch daar. Eindeloos veel Lego, een klimrek met glijbaan, de vissen voeren in de vijver. 

 Voor hem was het net als een soort vakantie. Maar dan zonder zijn kleine broertje. Die moest in het ziekenhuis blijven slapen om “beter gemaakt te worden”.

 Gelukkig was zijn grootste probleem op dat moment als een ander kindje met de tractor die hij graag wilde aan het spelen was…

Op een zomerse dag ziet het eruit alsof we allemaal zitten te genieten van de zon op het terras in de tuin van het huis. 

Maar dit is geen vakantiehuis. Het is geen “gewoon huis”. Dit is een Ronald McDonald Huis. Om specifiek te zijn, het Ronald McDonaldhuis naast het ziekenhuis in Leiden. Om nog specifieker te zijn, het LUMC. Het ziekenhuis waar heel veel zieke kindjes met een hartafwijking een zware operatie ondergaan.

 Het is een zomerse dag. In de hoek van de tuin zit een vrouw te huilen. Ze is aan het bellen. Ik wil niet afluisteren maar hoor het toch. Ze belt met haar moeder en het gaat niet goed met haar kindje, dat is duidelijk. Ik ga loop naar binnen, de keuken in.

Gisteren zag ik nog een koppel vertrekken, huilend, met al hun koffers maar met lege handen. Ik zag geen kindje en wist meteen genoeg. Brok in me keel. 

Het wordt me teveel.

Uit “mijn” koelkast pak ik de fles wijn die mijn man gister voor mij gekocht heeft. Ik schenk een glas witte wijn in en loop naar de tuin.

 Ik ga zitten in de avondzon. Een tafeltje verderop zit ook een meid, toevallig ook aan een wijntje. Die zal ook een zware dag gehad hebben gok ik zo.

Ik kijk haar aan en maak een proost gebaar. Ze proost terug.

We beginnen te kletsen over de IC verpleegkundigen en zij doet er eentje na. Het is grappig en ik moet lachen.

Dat lees je goed, ik moest lachen.

Ik kan het nog.

 Ondanks alles.