Waarschuwing: Beter niet lezen wanneer je geniet van het maandelijkse feest of wanneer er zwangerschapshormonen door je lijf gieren.
Waarschuwing 2: Ook niet lezen als je je gezicht net in de verf hebt gezet (make up) zonde van je werk. Misschien.
Fast Foward Friday naar het hier en nu 2022.
Vandaag even een kijkje in ons leven vandaag de dag en lees een stukje over Charlie en zijn grote broer Colin.
Als Charlie ook maar 1 kik geeft zegt mijn andere zoontje Colin: “Mama! Charlie huilen! Ga kijken!” Ik reageer dan met: “oké directeur…” En geef Charlie een aai over z’n bol, die is snel tevreden.
Als Charlie slaapt is zijn grote broer als een soort waakhond op de babyfoon aan het letten. Wanneer Charlie ook maar 1 oog tot een spleetje opendoet roept hij: “Charlie wakker!” En moet hij direct worden opgehaald uit zijn slaapkamer.
De tranen springen in mijn ogen bij de gedachte dat er een dag gaat komen dat Charlie ‘niet meer wakker zal worden’.

Mijn hart breekt bij de gedachte hoe verdrietig Colin zal zijn als zijn broertje er op een dag niet meer is. Dood.
Ik heb geprobeerd op te zoeken hoe je dat het beste kunt uitleggen aan een kind van 2,5 a 3 jaar. Er stond geschreven om vooral niet te zeggen dat hij slaapt en niet meer wakker zal worden, logisch, ik zou bijna zelf bang worden om te gaan slapen.
We zouden vooral duidelijke woorden moeten gebruiken. Zoals ‘dood’ in plaats van ‘overleden’. Het klinkt zo hard, dood. Overleden klinkt wat liever, zoals naar de hemel gaan, of Charlie is een sterretje geworden.

Dat laatste is wel een mooie gedachte, ik zie ons al iedere avond even naar de sterrenhemel zwaaien voor het raam: ‘welterusten Charlie!’
Alleen ben ik dan bang dat hij later een raket wilt bouwen, astronaut wilt worden om naar zijn kleine broertje te kunnen reizen.
Oké terug in het hier en nu. Voor nu zwaaien we nog even nergens naar toe en kijk ik met tranen over mijn wangen naar mijn 2 jongens die samen “aan het bootje varen zijn” waarbij Charlie zijn babynestje als boot fungeert en Colin zijn kleine broertjes hand stevig vasthoudt.
Ik mag niet mee in de boot. En dat is oké. Ik geniet vanaf de zijlijn, vanaf wal, in dit geval.
